Hein Schreur besmet door het Graafschap-virus

Facebook
Twitter
LinkedIn

Nog altijd stroomt het Graafschap-virus door zijn aderen. Hein Schreur is op veel fronten betrokken bij De Graafschap. Bij iedere thuiswedstrijd doet hij een praatje over de opstelling, de verwachtingen en bijzonderheden. Daarnaast is hij samen met Henk Overgoor en Henk Meijer de coördinator voor de Oud Graafschap spelers en trapt hij zelf ook regelmatig nog een balletje mee. Elke eerste zaterdag van de maand is hij met Theo van Londen, Gerdo Hazelhekke en Joop Doornebosch te vinden op Sportpark De Bezelhorst in Doetinchem voor het Walking Football. Op deze manier houden de oudgedienden de eer van de Graafschap hoog.

Mijn carrière

‘Eigenlijk wilde ik helemaal niet voetballen, maar door de schilder die ons huis verfde ben ik in contact gekomen met het voetbal. De man speelde bij SV Fortuna en hij vroeg me of ik geen zin had om een keertje te komen voetballen. Zo ben ik als 7-jarig jongetje in contact met het voetbal gekomen. In mijn jonge jaren speelde ik als spits, links- of rechtsbuiten. Van SV Fortuna ben ik naar WVC Winterswijk gegaan. WVC Winterswijk was een grotere club en daar kon ik een stap vooruit maken. Ik heb daar zo’n drie jaar, tot mijn negentiende, bij de geselecteerde A-jeugd gespeeld. Een mooie tijd, omdat je als amateurvereniging tegen de jeugd van de betaalde topclubs speelde. Bij WVC Winterswijk speelde ik voornamelijk op het middenveld. Waarom? Dat moet je me niet vragen. Misschien, omdat dat de enige plek was waar nog een speler nodig was.

Op een dag speelden we tegen de Enschedese Boys en toen liep daar Jan Morsink, scout van FC Twente, samen met Spitz Kohn en Piet Schrijvers. Zij kwamen naar drie spelers kijken. Niet naar mij, want ik was niet uitgenodigd, maar tijdens de wedstrijd lieten ze wel hun oog op mij vallen. Volgens hen moest ik in ieder geval komen. Ik was als voetballer geen echte uitblinker, maar ik had het geluk dat ik bij een goede ploeg speelde die altijd bij de bovenste drie eindigde. En zo ben ik bij FC Twente beland.

Van 1974 tot 1975 heb ik bij FC Twente in het B-elftal gespeeld. Ik kon dit niet combineren met mijn studie als brood- en banketbakker in Wageningen. In die tijd liep ik stage bij Bakker Braaksma in Almelo en stond ik ’s morgens om 06.00 uur al in de bakkerij. ‘s Middags om 15.00 uur was ik aanwezig bij de training en ’s avonds trainde ik ook nog vaak met het A-elftal. Op een gegeven moment was het echt niet meer te combineren met het voetbal bij FC Twente, omdat mijn werkdag vaak al om 03.00 uur ’s ochtends begon. Ik heb mijn studie afgemaakt, omdat mijn vader daar geld voor gespaard had.

FC Twente heeft me geholpen bij de overgang naar De Graafschap. Bij De Graafschap stroomde ik in bij het B-elftal, omdat De Graafschap toen al met contractspelers werkte. De eerste tijd speelde ik daar als amateur en speelden we op zaterdagmiddag. Uiteindelijk heb ik tot 1984 bij De Graafschap gespeeld, waarvan de laatste 6 jaar als semi-professional. Ik kijk met plezier terug op die tijd. Ik heb de kans gehad om in de nadagen van de groten als de broertjes De Boer, Neeskens, Gullit, Willem van Hanegem en Cruijff te spelen en de kans gekregen om te gaan werken bij mijn huidige werkgever Misset Uitgeverij. Daar ben ik De Graafschap tot op de dag van vandaag heel erg dankbaar voor.’

Start bij Misset

‘Aan mijn entree bij Misset zit wel een leuk verhaal vast. Toen ik de eerste keer voor een kennismakingsgesprek naar Misset moest, had ik een gesprek met Sjef Kusters. Thuisgekomen vroeg mijn moeder hoe het gesprek gegaan was. Ik antwoordde: “Volgens mij is het wel goed gegaan. Ik heb al met de chef gesproken!” Ik had de naam van de beste man niet goed verstaan en ik dacht dat ik ‘chef’ hoorde in plaats van de naam Sjef! Na een aantal gesprekken ben ik aangenomen. Ik werk er nu al jaren als advertentieverkoper.’

Voetbal

‘Bij mij schoof het voetbal een beetje naar de achtergrond toen ik een vrouw en kinderen kreeg. Je leert te relativeren en andere zaken worden belangrijker. Het betaalde voetbal is veel zakelijker geworden. Zaten we vroeger na de wedstrijd met z’n allen in de kantine, dat kan nu niet meer. Je bouwde op die manier een band op met de supporters. Het voetbal is veranderd, de spelers hebben een heel andere mentaliteit. Er worden heel andere eisen gesteld. Dit zie je ook terug bij het amateurvoetbal. Ze willen allemaal kampioen worden, maar het liefst met niet al te veel moeite. Ondanks die veranderingen vind ik voetbal nog steeds een geweldig leuke sport.’

Mooiste ervaring

‘Mijn mooiste ervaring is wel de promotie thuis tegen FC Den Bosch, 2-0. Een ander geweldig moment is de wedstrijd tegen Feyenoord op carnavalszondag. We verloren met 1-0. Tegen Ajax scoorde ik uit een penalty, we verloren met 9-1. Thuis, op de Vijverberg, in de wedstrijd met Johan Cruijff, verloren we met 4-1. Het stadion zat afgeladen vol met wel 12.500 toeschouwers! Ook in deze wedstrijd maakte ik het enige doelpunt.’

Minst leuke ervaring

‘Het scheuren van mijn enkelbanden tijdens de training. Echt balen! Dan kun je week of tien niet trainen. Ik werd direct geopereerd en moest daarna revalideren: elke dag fietsen in het stadion om je conditie op peil te houden. Dat lukt natuurlijk niet, zeker niet bij het been met gips. Zo’n been wordt heel slap. Gelukkig kon ik door toedoen van revalidatiearts Leo Klein Gebbink weer snel het veld in.’

Anekdotes

‘Op een gegeven moment waren we aan het trainen op een bevroren veld van De Vijverberg. Hans Polko verstapte zich en viel heel theatraal. Ik wilde hem oppakken en toen zei hij: “Henk, zitte me niet an! Ik heb pien boven inde kuuten.” Polko wreef daarbij over zijn bovenbenen.

Een ander mooi moment is de wedstrijd tegen Feyenoord. Cor Peitsman was behoorlijk zenuwachtig voor die wedstrijd en dat waren we natuurlijk allemaal wel een beetje, maar Cor toch wel het meest. Robbie Kelderman was hem een beetje aan het plagen en vroeg toen: “Tegen wie spelen we eigenlijk vandaag? Ik ken het hier niet. Ik ben hier nog nooit geweest.” Cor Peitsman beet toen terug: “Weet je niet waar we zijn? We zitten hier in de Kuip!” Ik deed daar nog een schepje bovenop door te zeggen: “Is dit nou De Kuip?”. Cor vond dit niet zo leuk.

Onder Henk Ellens moesten we op de voetbalvelden van Groot Hagen elke training als warming-up 10 rondjes van elk 1,2 km lopen en daarna begon de training. Henk Overgoor en ik waren de snelsten. Op een dag zijn we achter Henk Ellens langs gelopen en op het veld gaan zitten totdat Ellens terugkwam. Wat was die man kwaad! Die training hebben we geen bal gezien en moesten we alleen hardlopen en sprintjes trekken. Tsja, dat is het risico van het vak.’

Advies aan jonge spelers

‘De kans dat je betaald voetbal haalt, is erg klein. Maar als je de kans krijgt, moet je er vol voor gaan en alles opzijzetten. Daarnaast vind ik het heel belangrijk om goed na te denken over jouw maatschappelijke carrière. Ik zal ook altijd het advies blijven geven om te gaan studeren. Mijn slogan is: “Een voetballer wordt niet betaald voor wat hij moet doen, maar meer voor wat hij moet laten!”’